Op 15 januari 2020 heeft de Raad van State (RvS) een tussenuitspraak gedaan in de zaak waarbij de Rijksmonumentale status van ‘t Jagershuis in het geding is.
Waar ging het ook alweer om?
Na het faillissement van de uitbater van ‘t Jagershuis aan de Amstelzijde werd het pand door Aemstel Monuments, die het pand in 2008 had aangekocht, niet meer verhuurd. Met medewerking van de gemeente Amstelveen werd geprobeerd ‘t Jagershuis van de lijst van Rijksmonumenten af te halen om zodoende de mogelijkheid te krijgen voor sloop en nieuwbouw. De Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) gaf hieraan gehoor en voerde het pand van de monumentenlijst af. Vervolgens ging de Vereniging Historisch Amstelveen (VHA) hiertegen in bezwaar en beroep. De VHA werd in beroep door de rechtbank in het gelijk gesteld, waarop ’t Jagershuis een Rijksmonument bleef.
De projectontwikkelaar (Aemstel Monuments) ging hiertegen in Hoger Beroep bij de Raad van State. De zitting vond in de zomer van 2019 plaats en na vele malen van uitstel is er nu een tussenuitspraak gekomen, de definitieve uitspraak zal later komen.
Waarom dit uitstel?
De RvS is van oordeel dat de RCE opnieuw moet oordelen en besluiten over het al dan niet schrappen van ’t Jagershuis als Rijksmonument. De RCE krijgt hiervoor 16 weken de tijd (vanaf 15 januari 2020). Vervolgens krijgt de VHA de gelegenheid om schriftelijk op dit besluit te reageren en daarna zal de RvS een definitief oordeel vellen.
De VHA blijft van mening dat 't Jagershuis ook in de huidige vorm een toekomst als horecagelegenheid kan hebben. Er zijn tegenwoordig voldoende mogelijkheden tot hergebruik van monumenten. Hergebruik zou betekenen dat dit monumentale en historische pand voor Amstelveen behouden kan blijven en dat het beschermd dorpsgezicht van de Amstelzijde niet wordt aangetast door nieuwbouw.